Pleegouders dragen zorg voor kinderen van wie de eigen ouders daar door allerlei omstandigheden (tijdelijk) niet toe in staat zijn. Deze kinderen hebben vaak een ingewikkelde geschiedenis. Daardoor vragen ze doorgaans meer en specifiekere ondersteuning van hun pleegouders dan andere kinderen van hun ouders vragen. Pleegouders moeten daarom voldoende ondersteuning en begeleiding ontvangen om deze taak te vervullen.
In de begeleiding van pleegouders is een aantal aspecten van belang:
- Zicht op ondersteuningsbehoeften.
- Kennis van de geschiedenis van het pleegkind.
- Begeleiding in de opvoeding.
- Begeleiding bij problemen die veel voorkomen bij pleegkinderen, zoals gedragsproblemen en trauma's, en begeleiding bij het opbouwen van een gehechtheidsrelatie.
- Erkenning en waardering voor de inzet van pleegouders, zowel in positieve als in moeilijke situaties.
- Handvatten voor ondersteuning
Er zijn verschillende vormen van ondersteuning die pleegouders helpen een goede balans te bewaren tussen draagkracht en draaglast:
- Informele ondersteuning door familie, vrienden, buren en kennissen.
- Training tijdens de plaatsing, waarin pleegouders kennis en vaardigheden opdoen.
- Pleegoudergroepen gericht op het uitwisselen van ervaringen met pleegzorg.
- Buddy-systemen waarin onervaren pleegouders steun krijgen van ervaren pleegouders.
- Ondersteuning door de pleegzorgwerker, via gesprekken en coördinatie van andere ondersteuning.
De pleegzorgwerker heeft een belangrijke rol in de begeleiding van pleegouders. Hij gaat over een groot aantal onderwerpen met pleegouders in gesprek. Het is van belang dat de pleegzorgwerker een goede werkrelatie met pleegouders opbouwt. Hierin staan open communicatie en een gezamenlijke reflectie op de voortgang centraal. Daarnaast heeft de pleegzorgwerker een belangrijke verwijsfunctie. Wanneer de geboden ondersteuning niet voldoende is, kan de pleegzorgwerker in overleg met de casemanager of jeugdbeschermer extra ondersteuning inschakelen.
Meer informatie
Bron: NJI